DEN HAAG – Voor het Noorse koningspaar was het een sloppenwijk in Mandalay die moest wijken om hun een positief beeld te geven van Myanmar. Voor koningin Máxima was het vorige week bij een veldbezoek voor de VN in China de simpele verplaatsing van de geplande ontmoetingsplaats met een schapenboerin. Niet bij haar thuis, maar bij een net opgeknapte centrale stal, die de lokale autoriteiten in Anyang haar liever lieten zien.
De Chinese president Xi Jinping werd eerder dit jaar bij zijn staatsbezoek aan Nederland ook afgeschermd van de rauwe werkelijkheid. Zijn beveiligers vonden dat hij geen zicht moest hebben op de demonstranten die zich rond het Nationaal Monument op de Dam hadden verzameld en plaatsen voor zijn aankomst bij het Koninklijk Paleis mobiele, opklapbare schermen. Erg onbeleefd, zo op het voorterrein van de gastheer van het Chinese staatshoofd, maar daar maalden ze niet om.
Het gebruik om hooggeplaatste bezoekers een rooskleuriger beeld te geven of om vlekjes weg te poetsen, is van alle tijden en van alle landen. Koningin Beatrix wist bij haar werkbezoeken aan ziekenhuizen en andere instellingen ook wel dat het er niet altijd naar verse verf rook, en dat de boel er niet altijd zo verzorgd en opgeruimd uitzag en daar maakte ze ook weleens opmerkingen over.
Maar opknappen of een bijeenkomst verplaatsen, is nog wat anders dan een hele wijk wegvagen, of zoals in verschillende landen ook wel gebeurt, arme dorpjes door schuttingen aan het zicht te onttrekken.
