AMSTERDAM – “Napoleon is terug”. Met een ferme handdruk en een kwinkslag stelde prins Charles Bonaparte zich vrijdagmiddag in de Hermitage aan de Amstel voor. Hij was uit Parijs overgekomen om een kijkje te nemen bij de tentoonstelling Alexander, Napoleon & Joséphine en om het project ‘Napoleontische steden’ uit de doeken te doen.
“Napoleon is terug” schreef de prins ook in het gastenboek. Maar hij was niet gekomen om in naam van zijn verre oom bezit te nemen van de Nederlanden. “Voor cultuur, vrede en samenwerking”, noteerde hij ook. “Ik vertegenwoordig niet het napoleontische gedachtegoed, maar mijn naam brengt wel verplichtingen met zich mee”, zei hij later in een toelichting.
Prins Charles Bonaparte is een verre achterneef van de beroemde Franse keizer aan wiens regering in juni 1815 bij Waterloo een roemloos einde kwam. De latere Nederlandse koning Willem II speelde nog een rol bij het verslaan van Napoleon Bonaparte, die enkele jaren eerder zijn broer Lodewijk even had aangesteld als koning van Holland.
Sporen
Napoleon heeft overal in Europa sporen achtergelaten. “Volgens wereldwijd onderzoek is hij de op een na bekendste wereldfiguur, na Jezus en voor Mohammed en Shakespeare”, zegt prins Charles zonder te pochen. “Let wel, dat bleek niet uit Frans onderzoek of zo, maar onderzoek over de hele wereld.”
Hij wil plaatsen die een rol speelden in de door de meeste Europese landen gedeelde geschiedenis samenbrengen door een federatie van napoleontische steden. Hij heeft er al 55 in twaalf landen. Naast Antwerpen hoopt hij op toetreding van Amsterdam. “Dat kan nieuwe en andere toeristen naar de stad brengen, en draagt bij aan het bewustzijn van onze gezamenlijke geschiedenis”, meent prins Charles.
De verschillende plekken kunnen worden verbonden door een denkbeeldige route, zoals die ook bestaat voor bijvoorbeeld Karel de Grote. De Europese Unie heeft de plannen al goedgekeurd, vertelde Bonaparte. Hij ging na de Hermitage ook naar het Amsterdam Museum om het schilderij ‘De intocht van Napoleon’ te bezichtigen.
