Koning Willem-Alexander heeft de liefde voor India van jongs af aan meegekregen van zijn ouders. Dat zei hij maandagavond in zijn toespraak bij het staatsbanket dat de Indiase president Ram Nath Kovind aanbood in Rashtrapati Bhawan, het presidentieel paleis in New Delhi.
“Mijn vader en moeder hadden voor dit land een warme plek in hun hart. Die fascinatie is meer dan begrijpelijk! India is overweldigend: een sterrenstelsel aan volken, culturen, talen en levensbeschouwingen”.
Met de verwijzing naar het sterrenstelsel greep de koning terug op het allereerste verdrag dat Nederland en India – althans de voorlopers daarvan – vier eeuwen geleden sloten. Toen wensten de verdragspartners elkaar “eeuwige vriendschap” toe, “zolang de zon en de maan in de hemel staan.”
“Het is voor mijn vrouw en mij een grote vreugde om vandaag te ervaren dat die vriendschap leeft als nooit tevoren”, voegde Willem-Alexander eraan toe. “India gaat ons bevattingsvermogen te boven. Wie erin wil doordringen moet vooropgezette ideeën thuislaten en zich durven openstellen voor nieuwe ervaringen. En zo zijn wij hier, met een open hart en een open geest.”