De ‘passagier’ die deze week van KLM-piloot Willem-Alexander van Oranje een plekje kreeg in de cockpit, was een lid van de koninklijke beveiliging. Maar door deze voorin het vliegtuig te plaatsen, kwam er in het toestel een plek vrij om een échte passagier mee te nemen naar Parijs.
Die had anders op Schiphol moeten achterblijven omdat er sprake was van overboeking. Dat is duidelijk geworden na een reconstructie van het voorval. De piloten hadden ook geen willekeurige passagier, zoals het voor omstanders leek, de vrije stoel in de cockpit kunnen aanbieden. Daar mogen alleen piloten of eventueel leden van de bemanning zitten, of in elk geval mensen met een autorisatie. Zoals de beveiliger.
De koning en zijn medepiloot losten met de ingenieuze stoelendans wel een vervelend probleem op. Een reiziger achterlaten is slecht voor de klantenbinding en kost de luchtvaartmaatschappij ook geld. Met de gekozen oplossing werd dat voorkomen.
De koning is gemachtigd om voor KLM een Boeing 737 te vliegen. Dat doet hij minstens tweemaal per maand. Niet alleen om zijn vlieguren te maken en zijn brevet te behouden, maar ook om zijn hoofd leeg te maken. “Je hebt een vliegtuig, passagiers en een bemanning. Daar draag je verantwoordelijkheid voor. Je kan je problemen van de grond niet meenemen naar boven”, zei hij daarover. Maar de belangen van de klanten van KLM vergeet hij niet.