Meghan Markle kan zich na haar huwelijk met prins Harry op 19 mei opmaken voor het Britse inburgeringsexamen. Tenzij de regering besluit dat er voor haar een uitzondering wordt gemaakt, moet de Amerikaanse de gewone, maar ingewikkelde en kostbare procedure doorlopen die elke nieuwkomer in het Verenigd Koninkrijk wacht om de Britse nationaliteit te krijgen.
Meghan moet dan een lange reeks van vragen beantwoorden, zoals dat voor nieuwkomers in Nederland ook het geval is. Ze kan vragen verwachten over de Britse cultuur, historie, sport, het staatsbestel en gewoonten. Vragen als ‘Wat was de laatste veldslag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk? Welke bloem is de nationale bloem van Wales? Om de hoeveel jaar zijn er parlementsverkiezingen? Wie was het stamhoofd dat tegen de Romeinen ten strijde trok’?
Volgens critici van de vragenlijst weten de meeste Britten zelf de antwoorden ook niet. Maar Meghan heeft in elk geval het voordeel dat ze de taal al spreekt, en hulp in kan inroepen van experts. Voor haar zal de achtduizend euro die de hele procedure kost ook geen onoverkomelijk probleem zijn. Ook voldoet prins Harry ongetwijfeld ruimschoots aan de minimumeis die aan het jaarlijks inkomen van de echtgenoot wordt gesteld (21.300 euro). Hij moet eveneens voor woningruimte kunnen zorgen, zonder dat Meghan ten laste zal vallen van de staat.
Het opgeven van de Amerikaanse nationaliteit heeft een groot voordeel voor Meghan, aldus waarnemers. De Amerikaanse fiscus is namelijk zeer happig op een aandeel in de inkomsten en het vermogen van de eigen staatsburgers, ook als die in het buitenland wonen. Al moet dan nog wel worden vastgelegd of Meghan belastingtechnisch inderdaad een eigen inkomen heeft wanneer ze deelt in de toelage die schoonvader prins Charles geeft aan prins Harry.