Koning Willem-Alexander heeft eind dit jaar als alle plannen doorgaan in vijf jaar tijd net zoveel uitgaande staatsbezoeken afgelegd als zijn moeder koningin Beatrix in tien jaar. De koning gaat in mei samen met koningin Máxima naar Luxemburg, voor zijn dertiende staatsbezoek. Dat aantal haalde Beatrix pas acht jaar na haar aantreden, in mei 1988 in Canada.
Maar het blijft niet bij een staatsbezoek aan het groothertogdom. De drie Baltische staten vieren dit jaar het eeuwfeest van hun in 1918 met veel moeite verworven onafhankelijkheid, en dat is reden voor heel veel verjaardagsvisite. Het Nederlandse koningspaar wordt naar verluidt in juni verwacht in Estland, Letland en Litouwen. De officiële bekendmaking komt wanneer er overeenstemming is over het programma.
Voor Willem-Alexander en Máxima is het een hernieuwde kennismaking. Ze waren er in 2002 ook op officieel bezoek en koningin Beatrix bezocht de drie landen daarna één voor één op staatsbezoek. De Zweedse kroonprinses Victoria en haar man prins Daniel zijn al begonnen aan een reeks bezoeken waarbij elk van de drie landen wordt aangedaan en kroonprins Haakon en kroonprinses Mette-Marit van Noorwegen komen op drie achtereenvolgende dagen in april.
Paus Franciscus gaat in september naar de Oostzeerepublieken en de Amerikaanse president Donald Trump ontvangt de drie Baltische presidenten op 3 april op het Witte Huis. Met de drie staatsbezoeken aan Estland, Letland en Litouwen brengt Willem-Alexander zijn totaal voorlopig op zestien, een aantal dat koningin Beatrix eind 1990 bereikte in Portugal.
Inkomende staatsbezoeken heeft de koning nog maar weinig gehad: drie, plus zes officiële bezoeken, die protocollair een trede lager staan in het internationaal verkeer.