Koning Willem-Alexander brengt het dertiende staatsbezoek van zijn in 2013 begonnen koningschap aan de verre verwanten in Luxemburg, groothertog Henri en groothertogin Maria Teresa. Het is tevens het negende na-oorlogse staatsbezoek over en weer. Koningin Beatrix bezocht Luxemburg nog in 2012 en Henri was in 2006 op visite in Nederland.
Anders dan zijn moeder koos Willem-Alexander het groothertogdom, waar een andere tak van het huis Nassau regeert, niet uit als de bestemming van zijn eerste staatsbezoek. Dat deed koningin Beatrix in 1981 wel, terwijl ook koningin Juliana (1951) er niet lang mee wachtte.
De koning kwam echter met een alternatief: het kennismakingsbezoek, waarmee hij zich bij de andere koningshuizen en de landen die aan de basis stonden van de EU op in één dag kon voorstellen als nieuw Nederland staatshoofd. Die reeks bezoeken werd in 2013 begonnen in Luxemburg, dat op die manier dus toch de primeur had.
Troonswisseling
Het is met name bij de koningshuizen gebruikelijk dat de kortst regerende vorst eerst op bezoek gaat bij zijn oudere collega. Een andere regel is dat een land slechts één keer op het niveau van een staatsbezoek wordt bezocht. Daar kan echter van worden afgeweken, en dat gebeurt bijvoorbeeld na een troonswisseling omdat het anders wel heel lang kan duren voordat er weer een staatsbezoek kan worden gebracht. Na het bezoek van Willem-Alexander in mei kan Henri dus opnieuw naar Nederland komen.
Zowel koningin Juliana als koningin Beatrix ging tweemaal op staatsbezoek naar Luxemburg, dat tot 1890 de Nederlandse koning in een personele unie als groothertog had. Henri’s vader groothertog Jean en grootmoeder groothertogin Charlotte kwamen ook twee keer op staatsbezoek in Nederland. Jean (97), die heeft meegewerkt aan de bevrijding van Nederland, leeft nog en Beatrix was twee jaar geleden op zijn verjaardagsfeest in Luxemburg-stad.
