Máxima leert dat Chinezen woonerf willen

Vorsten

08/02/2018 10:08 am

Chinese planologen en stadsarchitecten kijken jaloers naar het Nederlandse concept van een woonerf, waar het verkeer zich inhoudt om onder meer ruimte te maken voor spelende kinderen. Dat vertelde de Amerikaans-Chinese architect en professor Yung Ho Chang donderdagmiddag aan koningin Máxima. “We hebben een belangrijke les te leren van Nederland”, aldus Chang, voormalig hoofd van de afdeling architectuur van de prestigieuze Amerikaanse universiteit MIT in Boston.

Het woord ‘woonerf’ kende hij overigens niet, maar in het gesprek met koningin Máxima wist Chang wel het bijbehorende verkeersbord feilloos te beschrijven. ,”Het delen van de straat”, noemde hij het en daar zouden Chinese steden ook bij baat bij hebben. Jaren van exceptionele groei hebben veel steden onleefbaar gemaakt. Dat tij moet worden gekeerd, aldus de geleerde.

“Leven in de stad heeft voordelen, zoals de mogelijkheid om naar de bioscoop of het theater te gaan, om aan culturele evenementen deel te nemen. Maar als stadsbewoners dat achterwege laten vanwege het dichtgeslibde verkeer, wat is dan nog het plezier van het wonen in een stad?”, zo hield Chang zijn gehoor voor tijdens een geanimeerd rondetafelgesprek over duurzame stadsontwikkeling in het kantoor van het Nederlands-Chinese architectenbureau Next.

China telt wel zevenhonderd grote steden, maar leefbaarheid was bij de uitbreiding van veel van die steden geen uitgangspunt. “De stad brengt geen kwaliteit, maar juist veel problemen met het verkeer en de vervuiling.” De tienduizenden woonblokken hebben ook geen lange levensduur: zo’n dertig jaar, tegen minimaal het dubbele in Nederland. Dat betekent dat moet worden nagedacht over het leefbaar en menselijk maken van de steden. Nederland kan daarbij als voorbeeld dienen, zo zei niet alleen Chang.

“In Nederland wordt alles en iedereen bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk of stadsuitbreiding betrokken zodat er een gezamenlijk plan ontstaat. Hier is die samenhang er niet”, aldus de sinds 2004 in China werkende Nederlandse architect John van de Water, die de Chinezen aan een andere kijk op stedenbouw en stadsontwikkeling wil helpen. Zodat wonen in een stad plezierig wordt.