Koninklijke families uit heel Europa hebben vrijdag in de Bulgaars-orthodoxe Alexander Nevski-kathedraal in Sofia deelgenomen aan een speciale dankdienst ter ere van tsaar Simeon II. De laatste koning der Bulgaren is tachtig jaar geworden.
Simeon II, die als kleuter slechts drie jaar regeerde alvorens hij in 1946 met zijn familie door het nieuwe communistische bewind het land werd uitgezet, nam tijdens de plechtigheid in de bomvolle kathedraal de plaats in die traditioneel voor de tsaren – zoals de koningen in Bulgarije zich noemden – was gereserveerd.
De synode van de Bulgaars-orthodoxe kerk heeft eerder dit jaar besloten weer in alle diensten een gebed op te nemen ter ere van Simeon, die in 2001 met een nationalistische beweging de parlementsverkiezingen won en enkele jaren premier was. Het presidentschap is hem een aantal keren aangeboden, maar dat heeft hij altijd geweigerd.
Dankdienst
Simeon werd bij de door patriarch Neophyte geleide dankdienst vergezeld door zijn zus prinses Maria-Luisa (84), echtgenote Margarita, zijn vier nog levende kinderen en zijn kleinkinderen. Daarnaast was de Spaanse koningin Sofia aanwezig, samen met haar zus prinses Irene en haar broer de Griekse koning Constantijn en zijn vrouw Anne-Marie.
Uit Roemenië was kroonprinses Margarita met haar man prins Radu overgekomen, uit Albanië kroonprinses Leka II met echtgenote Elia, uit Servië kroonprins Aleksandar en kroonprinses Katherine, en uit Montenegro kroonprins Nikola II.