Prins Maurits staat achter het herdenken van de 350e verjaardag van de Nederlandse inval in Engeland. Dat zei hij donderdag aan boord van Zr.Ms. Holland, op korte afstand van Upnor Castle en de historische scheepswerf van Chatham, waar de Nederlanders in 1667 de Engelsen bij de Slag op de Medway of de Tocht naar Chatham een grote slag toebrachten. Zo werd het vlaggenschip Royal Charles buitgemaakt en naar Nederland verscheept, waar de ‘spiegel’ nog steeds is te zien in het Rijksmuseum. “Het is terecht dat we dit herdenken. Om verschillende redenen.”
Prins Maurits woonde donderdag het begin van de reeks herdenkingen en festiviteiten bij, in zijn hoedanigheid als adjudant in buitengewone dienst van koning Willem-Alexander. “Het is altijd goed om te herdenken. Het is denk ik voor de Engelsen een belangrijk moment omdat de Slag op de Medway eigenlijk het begin is geweest van het hergroeperen en het zwaar investeren in de Britse vloot, met als gevolg een hegemonie van een paar honderd jaar daarna”, aldus Maurits.
Hij legde er in een gesprek met het ANP de nadruk op dat de strijd destijds tussen Engelsen en Nederlanders – beiden uit op alleenheerschappij in de profijtelijke buitenlandse handel in bijvoorbeeld Azië en Noord-Amerika, waar net Nieuw-Amsterdam was afgepakt – een uitzondering of onregelmatigheid vormde in de eeuwenlange historie. Meestal immers was er sprake van samenwerking. “Ja wij zijn hier geweest, maar zij zijn op een hele andere manier bij ons geweest. Namelijk zeventig jaar geleden en er zijn er een heleboel overleden voor onze vrijheid”, memoreerde de prins.