Maurits vervult zeldzame taak met glans

Vorsten

08/06/2017 6:24 pm

De publieke optredens van prins Maurits als lid van de koninklijke familie zijn op de vingers van één hand te tellen. Koningsdag is eigenlijk de enige keer dat de oudste zoon van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven naar buiten treedt, familieplechtigheden en de De Hollandse 100 van broer prins Bernhard niet meegerekend. Verder is Maurits (49) zelfstandig ondernemer, en blijft hij het liefst buiten de publiciteit.

Maar de prins is sinds 2013 ook buitengewoon adjudant van zijn neef koning Willem-Alexander en dat brengt met zich mee dat Maurits af en toe zijn marine-uniform kan aantrekken om er als vertegenwoordiger van de koning op uit te gaan. De herdenking – of viering, zoals Maurits met oog voor de Nederlandse kant van de geschiedenis zei – van de geslaagde ‘Tocht naar Chatham’ uit 1667 was daar donderdag een voorbeeld van.

In vol ornaat – de uniformjas met het monogram van Willem-Alexander op de epauletten was uiterst geschikt voor het stormachtige Engelse zomerweer aldus de prins – nam Maurits een vlootschouw van Nederlandse scheepjes af, onthulde tweemaal een plaquette, bezocht de hypermoderne Zr.Ms. Holland, en onderhield zich met de ‘onderkoning’ van het graafschap Kent en met de First Sea Lord, de baas van de Royal Navy. Ook de inspectie van de erewacht ging hem goed af. Wat dat betreft zou de prins makkelijk meer taken op zich kunnen nemen, als daarom werd gevraagd.

Spelregels

De prins werd gesteund door de eigen Commandant der Zeestrijdkrachten Rob Verkerk, maar had zich duidelijk goed op de hoogte gesteld van de historie. Bij de rondleiding over de net door Maurits geopende tentoonstelling over het maritieme succes van de Nederlanders liet hij zich dan ook niet onbetuigd. En ook onderwerpen als brexit werden buiten het gehoor van de media niet geschuwd. Maurits is weliswaar sinds de troonswisseling in 2013 geen lid meer van het Koninklijk Huis, aan de spelregels om in het openbaar geen gevoelige politieke uitspraken te doen, houdt hij zich nog altijd.

De prins was daarmee al meer uitgesproken dan First Sea Lord Sir Philip Jones die op de Britse verkiezingsdag alle interviews moest mijden, om te voorkomen dat hij vragen zou krijgen over parallellen tussen de huidige toestand van de Britse marine en die in 1667, toen de Nederlanders er bij een verrassingsaanval op de Medway, een zijrivier van de Theems, gehakt van maakten. “We vieren graag onze grote overwinningen, maar deze nederlaag is van veel groter belang geweest voor de marine”, wilde Jones wel kwijt.