Koningin Elizabeth reikte donderdag traditiegetrouw de ‘witte-donderdaggelden’ uit. De Britse vorstin overhandigt speciaal voor de gelegenheid muntstukken, de zogeheten maundy coins, aan 91 mannen en 91 vrouwen, elk voor één van haar levensjaren.
De 182 ouderen krijgen twee leren beursjes, een rode en een witte. Het eerste zakje bevat een klein bedrag aan speciaal geslagen munten die de gift van de koningin voor voedsel en kleding symboliseert. In het andere beursje zitten muntjes die opgeteld de leeftijd van de vorstin vormen. Er kan echt betaald worden met de munten, maar ze zijn meer bedoeld om te bewaren. Ook zijn ze erg in trek bij verzamelaars.
Voeten
De zogenoemde ‘Royal Maundy Service’ – van het Latijnse ‘mandatum’ – kent zijn oorsprong in het Bijbelse gebod om elkaar lief te hebben. In Engeland is het gebruik terug te voeren tot de dertiende eeuw. In die tijd kregen de armen ook kleding en werden hun voeten gewassen. Niet nadat die voeten eerst al drie keer door anderen waren gewassen om de koning al te veel onaangenaamheden te besparen.
Tot 1932 was het gebruikelijk dat het geld namens de vorst werd uitgedeeld en niet door de koning(in) zelf. Elizabeth heeft in haar 65-jarige regeringstijd maar vier diensten overgeslagen. Omdat ze van mening is dat de Maundy Coins niet alleen aan de inwoners van Londen moet worden uitgedeeld reist ze elk jaar naar een andere kathedraal of abdij om de ceremoniële giften aan de lokale bevolking te schenken.
Met de kathedraal in Leicester, waar de ceremonie dit jaar plaatshad, heeft Elizabeth elke Anglicaanse kathedraal in Engeland bezocht.