De sledetocht die prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven eind jaren zeventig maakten over het ijs in het uiterste noorden van Canada, zou nu niet meer gemaakt kunnen worden. Door de klimaatverandering is er nu water in plaats van ijs. “De grootste fout die je kunt maken is te denken dat alles blijft zoals het is”, zei Pieter van Vollenhoven vrijdag bij de opening van een bijzondere tentoonstelling met kunst van de inheemse bewoners van Canada’s onherbergzame ‘Far North’, de Inuit.
Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven waren uitgenodigd de expositie te openen en ook minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken en de Canadese ambassadeur Sabine Nölke waren in Museum Volkenkunde present. Koenders hield een vurig pleidooi voor bescherming van het Arctisch gebied, dat ook voor Nederland van groot belang is. De Canadese ambassadeur sprak over de bedreiging van de woonwereld en cultuur van de Inuit door het smelten van het ijs en het verdwijnen van hun leefgebied.
Margriet en Pieter bekenden hun liefde voor de Inuit en hun cultuur en de natuur in dit deel van het geboorteland van de prinses. Ze kwamen daar in 1970 mee in aanraking en negen jaar later maakten ze een sledetocht, met hulp van een Inuit-familie. “Onze begeleider sprak geen Engels. Wij wel, dus dat hielp niet”, aldus Pieter die zijn herinneringen deelde in een kort vraaggesprek. Met de liefde kwamen ook Inuit-objecten de woning in Apeldoorn binnen en achttien daarvan zijn tijdelijk te zien in de galerij-tentoonstelling ‘Canadese Inuit kunst’.
Er is ook een lievelingsbeeldje, verklapte de prinses, een klein eendje dat aan het begin stond van de verzameling. Het staat opgesteld aan het begin van de expositie waarin ook veel voorwerpen uit de recentelijk door verzamelaar Hans van Berkel en zijn vrouw aan het museum geschonken collectie zijn opgenomen.