Het regeringsvliegtuig KBX wordt ingezet tijdens het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan Australië en Nieuw-Zeeland omdat gebruikmaken van binnenlandse lijnvluchten ‘geen optie’ is. Dat liet de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) vrijdag weten in reactie op berichtgeving van RTL Nieuws.
RTL meldde vrijdagmiddag dat de KBX leeg naar Australië vliegt, wat een kwart miljoen euro zou kosten. Gezien het drukke programma en de vele verplaatsingen zijn binnenlandse lijnvluchten geen optie volgens de RVD. Ook het huren van een toestel ter plaatse is ‘zorgvuldig bekeken’. “Die kosten bleken vergelijkbaar met die van de inzet van het regeringstoestel, waarna om redenen van doelmatigheid en uitstraling vervolgens is gekozen voor inzet van het regeringstoestel.”
Willem-Alexander, Máxima en de overige leden van de delegatie vliegen eind deze maand met een lijnvlucht naar Australië. De KBX, een Fokker 70, heeft een bereik van zo’n 3000 kilometer en kan de reis dus niet in een keer maken. “Dat zou betekenen dat de delegatie, waarvan naast het koninklijk paar in totaal ook drie bewindspersonen deel uitmaken, rekening moeten houden met circa 2,5 dag voor de heenreis en 2,5 dag voor de terugreis”, stelt de RVD. De KBX vliegt vooruit en vervoert de bagage.
De koning en koningin brengen van 31 oktober tot 4 november een staatsbezoek aan Australië. Willem-Alexander en Máxima worden verwacht in Perth, Canberra, Sydney en Brisbane. Na het bezoek aan Australië reist het koningspaar naar Nieuw-Zeeland. Daar beginnen Willem-Alexander en Máxima op 7 november aan een driedaags staatsbezoek.
