De vorstelijke familie Von und zu Liechtenstein ligt weer op ramkoers met de Tsjechische republiek. De ‘Prins van Liechtenstein Stichting’, die optreedt namens de vorstelijke familie, stapt naar het Tsjechische Hooggerechtshof om in beslag genomen bezit terug te krijgen.
Tsjechië besloot na de Tweede Wereldoorlog voorgoed een einde te maken aan het ‘Duitse probleem’ in eigen land. Van de 2,4 miljoen Duitstaligen werden de bezittingen genationaliseerd en de gehele etnisch Duitse bevolking, die deels had geheuld met de nazi’s, werd zonder omhaal de grens over gezet.
Onder de genaaste bezittingen waren ook kastelen en grote stukken land van de vorstelijke familie van Liechtenstein. Die was in verleden nauw verbonden met het Habsburgse keizerrijk en had in de loop der eeuwen veel bezittingen verkregen in het tot dat rijk behorende Moravië en Bohemen. Dat gebied kwam pas na de Eerste Wereldoorlog in een onafhankelijk Tsjecho-Slowakije.
De Tsjechen veegden de familie Von und zu Liechtenstein, die in de Tweede Wereldoorlog neutraal was, gemakshalve op één hoop met de Duitstaligen. Pas na de val van het communisme kreeg de familie weer een kans om via de rechter aanspraak te maken op het aloude bezit, maar zowel de Tsjechische staat als de meeste rechters gaven geen krimp.
Inzet van een nieuwe rechtszaak is 600 hectare land nabij Ricany, in de buurt van Praag, dat volgens Liechtenstein onrechtmatig in beslag is genomen.