Leden van de Britse koninklijke familie woonden dinsdag diverse plechtigheden in Europa bij ter herdenking van de Slag bij Jutland, de grootste zeeslag van de Eerste Wereldoorlog. Precies honderd jaar geleden, op 31 mei en 1 juni 1916, vochten de Britse en Duitse marine voor de kust van Denemarken met zo’n 250 schepen tegen elkaar.
Prinses Anne was met haar echtegenoot Tim Laurence in Kirkwall op de Schotse Orkney-eilanden, waar in de St. Magnus kathedraal de manschappen werden herdacht die bij de zeeslag sneuvelden. Samen met de Duitse president Joachim Gauck legde de prinses een krans voor de 8648 slachtoffers. Prins Philip moest op doktersadvies de herdenking afzeggen.
Een herdenking in Laboe in Duitsland werd bijgewoond door de hertog van Kent. Hij hield een toespraak bij het Duitse marinemonument, waar de gevallen zeelieden in beide wereldoorlogen worden herdacht.
Prins Michael van Kent sprak in Belfast tijdens de Noordierse herdenking op het gerestaureerde marineschip HMS Caroline. Tijdens deze plechtigheid stond men stil bij de 10.000 Ieren die in de eerste wereldoorlog meevochten met de Britse marine, waarvan er 350 sneuvelden tijdens de Slag bij Jutland.