Het Poolse presidentspaar heeft woensdagavond het staatsbezoek aan Noorwegen afgesloten in Narvik. In aanwezigheid van koning Harald legde president Andrzej Duda op de begraafplaats Håkvik een krans bij het monument voor de Poolse gevallenen in de slag om Narvik in mei 1940.
Hoewel Polen zelf al in het najaar van 1939 door nazi-Duitsland was overvallen en veroverd namen in het daaropvolgende voorjaar, na de Duitse inval in Noorwegen in april 1940, duizenden ‘vrije’ Polen met Britten en Fransen deel aan de strijd tegen de Duitsers in het noorden van Noorwegen.
Narvik was belangrijk omdat de ijsvrije haven de uitvoer controleerde van ijzererts uit Kiruna in Zweden. De bondgenoten wisten de Duitsers aanvankelijk op zee te verslaan en op land in het nauwe te drijven – de eerste nederlaag van nazi-Duitsland zoals koning Harald maandag memoreerde in zijn tafelrede bij de ontvangst van president Duda.
Pas toen de geallieerden in juni van dat jaar besloten om Noorwegen te verlaten vanwege onder meer de strijd in Frankrijk en de slag om Engeland, kregen de Duitsers weer controle over Narvik.
Militaire samenwerking in het heden vormde op de slotdag van het Poolse staatsbezoek een belangrijk thema, met voor Duda en de koning een visite aan het Noorse militaire controlecentrum.