PRAAG – De kroonjuwelen van Tsjechië, inclusief de bijna 700 jaar oude koningskroon, worden vanaf zondag veertien dagen aan het publiek tentoongesteld. Dat is uniek. Meestal komt de zogenoemde Wenceslas-kroon maar een keer in de tien jaar, en dan slechts voor één dag, uit de schatkamer van het Praagse Burcht.
De aanleiding is dan ook bijzonder. De Tsjechen herdenken deze maand met tal van activiteiten, tentoonstellingen en festiviteiten de 700ste geboortedag van hun ‘vader des vaderlands’, Karel IV. Die was onder meer keizer van het Heilige Roomse rijk, koning van Bohemen en enige tijd ook graaf van Luxemburg.
Zo is Karel IV de oprichter van de naar hem vernoemde universiteit van Praag en maakte hij een begin met de aanleg van de inmiddels wereldberoemde Karelsbrug, voor de miljoenen bezoekers van de Tsjechische hoofdstad samen met de door Karel flink uitgebreide Burcht het symbool van Praag.
Schatkamer
Zijn koningskroon werd in 1347 gesmeed, maar kreeg de naam van de Tsjechische patroonheilige Wenceslas die enkele eeuwen eerder leefde. De met tal van edelstenen bont versierde gouden kroon weegt bijna 2,5 kilo.
Karel IV besliste destijds al dat de regalia alleen bij bijzondere gebeurtenissen mochten worden getoond en de kroon ligt in een schatkamer met zeven verschillende sloten. Om de deur te openen zijn de exemplaren nodig van president, premier, voorzitters van de twee kamers van het parlement, de burgemeester van Praag, de aartsbisschop en de schatkamerbeheerder.
