Het ministerie van Defensie weerspreekt dat minister-president Mark Rutte de Tweede Kamer niet op de hoogte zou hebben gesteld van de kosten van aanvullend onderhoud voor het koninklijke jacht De Groene Draeck.
In een brief aan de Kamer van vorig jaar september heeft de premier gemeld dat ‘de afgelopen jaren aanvullend onderhoud noodzakelijk’ is gebleken boven de voor die periode begrote 191.000 euro. Dat heeft, zo liet Rutte weten, ‘geleid tot meerkosten van 223.000 euro’. Defensie kon die kosten uit de eigen begroting dekken ‘waardoor de Rijksbegroting als geheel niet omhoog zal gaan’.
Dat was ook de reden om het bedrag voor het onderhoud van De Groene Draeck op de begroting te verhogen naar jaarlijks 95.000 euro. Standaardonderhoud kost al 60.000 per jaar, en bijna elke keer is ook aanvullend onderhoud nodig, aldus het schrijven aan de Tweede Kamer.
Opheldering
Rutte meldde echter niet waarom die meerkosten, waarvan vanaf 2011 structureel sprake was, niet eerder aan de Kamer en op de begroting waren gemeld of verantwoord. Daarover willen Kamerleden van SP en D66 nu opheldering, sinds RTL met een beroep op de Wob van Defensie de jaarlijkse begrotingsoverschrijdingen in beeld heeft gekregen. “Een ton uitgeven terwijl je in de boeken zegt: het is de helft, dat kan niet. Want dat maakt het wantrouwen over de kosten van het Koninklijk Huis alleen maar groter”, aldus Alexander Pechtold (D66).
Prinses Beatrix ontving op 31 januari 1956, haar achttiende verjaardag, op Paleis Soestdijk middels een oorkonde symbolisch het jacht De Groene Draeck. De lemsteraak, die speciaal was uitgekozen omdat ze daarmee overal in Nederland kon varen, was anderhalf jaar later klaar en werd op 15 juni 1957 daadwerkelijk overgedragen. Volgens achtereenvolgende premiers kreeg ze het onderhoud van het schip, dat zou worden uitgevoerd op de marinewerf in Den Helder, eveneens cadeau.
