Rechters willen opheldering over diamant

Vorsten

12/02/2016 12:14 pm

Het Hooggerechtshof van Lahore wil weten welke wet van toepassing zou zijn indien gehoor wordt gegeven aan het verzoek van een advocaat om de Koh-i-Noor-diamant op te eisen bij koningin Elizabeth. Dat zeiden de rechters in een eerste hoorzitting over de vraag van Javed Iqbal Jaffry. Die vindt dat het kleinood toebehoort aan Pakistan.

Aanvankelijk wilde het hooggerechtshof het verzoek niet in behandeling nemen, maar nu krijgt de advocaat tot 25 februari de tijd duidelijk te maken welke wet kan worden gebruikt om – zoals hij wil – de regering in Islamabad te dwingen de diamant in Londen op te eisen.

Voor Iqbal Jaffry is dat eigenlijk simpel. Het gaat om gestolen goed, dat in zijn visie rechtmatig toebehoort aan Pakistan en in 1850 is geroofd door de Britten. In de Britse versie van de gebeurtenissen ging het overigens om een schenking aan de toenmalige koningin Victoria.

De Koh-i-Noor, de ‘berg van licht’ die destijds nog door Amsterdamse diamantslijpers onder handen is genomen, maakt nu deel uit van de in de Tower in Londen bewaarde kroonjuwelen. Van teruggave kan geen sprake zijn, maakte premier David Cameron jaren geleden al duidelijk.

De advocaat heeft echter nog een probleem. Niet alleen moet hij het Hooggerechtshof van Lahore zien te overtuigen, hij zal ook duidelijk moeten maken waarom de diamant aan Pakistan zou toebehoren en niet aan buurland India. Daar is eerder ook al om de Koh-i-Noor gevraagd, en Jaffry inspireerde met zijn actie een groep Indiërs in Groot-Brittannië om op hun beurt het Brits Hooggerechtshof te bewegen koningin Elizabeth te gebieden de diamant terug te geven. Aan India uiteraard.