BRUSSEL – Koning Willem-Alexander heeft zich dinsdag in Brussel laten bijpraten over het EU-voorzitterschap dat Nederland vanaf 1 januari zes maanden bekleedt. Hij liet zich onder meer voorlichten over zaken als migratie, de interne markt, Europa en buitenlandse politiek, zei minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders. ”Ik denk dat het een heel belangrijk en goed bezoek is geweest.”
Het staatshoofd had ontmoetingen met onder anderen voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker, voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz en EU-president Donald Tusk. De drie leiders leidden Willem-Alexander rond door hun kantoren. Tusk sprak van een ‘vruchtbare en brede gedachtewisseling’.
Nederland mag vanaf 1 januari de vergaderingen van de raden van Europese ministers voorzitten. Het is niet zo dat de koning zijn status inzet om het belang van een bepaald dossier te benadrukken, aldus Koenders, die memoreerde dat het staatshoofd formeel deel uitmaakt van de regering. ”Het voorzitterschap is voor Nederland een belangrijke opdracht en het is uiteraard zo dat hij het belangrijk vindt om goed ingelicht te zijn.”
Vluchtelingenprobleem
Daarnaast is gesproken over hoe het voorzitterschap het beste kan worden aangepakt. ”Het wordt een ingewikkelde klus”, blikte de minister vooruit naar 1 januari. ”Er is heel veel aan de hand. Hoe krijgen we bijvoorbeeld dat enorme vluchtelingenprobleem zo goed mogelijk onder controle door Europese samenwerking? En hoe kan je forse besluiten met zo’n grote groep landen nemen over belangrijke onderwerpen als de economische groei?”, aldus Koenders.
De koning zou eigenlijk met koningin Máxima komen, maar die bleef thuis om te herstellen van een infectie. ”Ontzettend jammer dat ze er niet bij kon zijn”, zei Koenders. ”Ik denk dat de koning haar ook zeker gemist heeft, wij allemaal wel.”
