DEN HAAG – Alle activiteiten rond het Koningslied ter gelegenheid van de inhuldiging van Willem-Alexander hebben in totaal ruim 574.000 euro gekost. Het Nationaal Comité Inhuldiging heeft daarvan 4 ton bekostigd. De NPO heeft ruim 174.000 euro bijgedragen uit eigen publieke middelen.
Dit schrijft staatssecretaris Sander Dekker (Media) dinsdag in antwoord op Kamervragen. De productie en realisatie van het Koningslied heeft bijna 106.000 euro gekost. Daarbij gaat het om kosten voor componisten, tekstdichters, artiesten, studiokosten en de productie van de videoclip. De publieksactie heeft ruim 130.000 euro gekost, voor de ontwikkeling van website en app, productie van een reclamespot en een marketingcampagne op radio en tv.
De grootste kostenpost was het live-event vanuit Ahoy dat in de boeken staat voor ruim 3 ton. Daaronder vallen onder meer regie, camera’s, licht, muziek, orkest, catering en beveiliging. Volgens de NPO zijn die kosten vergelijkbaar met de productie van soortgelijke evenementen op locatie.
Aanleiding voor de Kamervragen was onder meer een artikel in De Telegraaf waarin het Koningslied ‘een duur grapje’ werd genoemd. Dekker herinnert eraan dat een troonswisseling een gebeurtenis met bijzondere historische, staatsrechtelijke en maatschappelijke betekenis is. Verslaglegging van zo’n gebeurtenis behoort tot de kerntaken van de publieke omroep. Het Koningslied was bedoeld om een gevoel van saamhorigheid te creëren tussen alle lagen van de bevolking, aldus de staatssecretaris.