MÜNSTER – Koning Willem-Alexander heeft donderdagmiddag in Münster de viering van het twintigjarig bestaan van het eerste Duits-Nederlandse Legerkorps bijgewoond. Dat zag op 30 augustus 1995 het licht toen beide landen besloten de handen ineen te slaan om daarmee ‘samen sterk’ te kunnen blijven staan in een tijd van flinke bezuinigingen op Defensie.
Voor het historische stadhuis van Münster stonden de ondersteunende bataljons van het Legerkorps, dat in de Westfaalse stad zijn hoofdkwartier heeft, in de stromende regen aangetreden. Minister-president Hannelore Kraft van Noordrijn-Westfalen roemde de Duits-Nederlandse samenwerking, en prees het Legerkorps voor de positieve bijdrage aan haar deelstaat. Uit erkenning daarvoor verleende ze het korps een ‘Fahnenband’ – een ereteken voor het vaandel.
Naast de verjaardag van het Legerkorps werd ook het tienjarig bestaan gevierd van het partnerschap met de stad Münster. Oberbürgermeister Markus Lewe ontving de koning in de Vredeszaal van het stadhuis, waar op 15 mei 1648 de vrede van Münster werd getekend die een einde maakte aan de tachtigjarige bevrijdingsoorlog van Nederland met Spanje. Willem-Alexander tekende er nu het Gouden Boek van de stad, en sprak in een dankwoord over het korps als symbool van ‘vrede en coöperatie’.
Gouden Haan
Hij nam ook een slok uit de Gouden Haan, een beker die voor Münster de vrede symboliseert. Na afloop van de plechtigheid bij het stadhuis hadden koning en minister-president een informele ontmoeting met de militairen in het hoofdkwartier van het Legerkorps, dat onderdeel is van de snelle reactiemacht van de NAVO.
Koning Willem-Alexander benutte zijn uitstapje naar Münster ook door een stukje bij te wonen van het door het Nationaal Comité 4 en 5 Mei en het Centrum voor Nederlandse studies georganiseerde kennisuitwisselingsprogramma ‘Voor Vrijheid/Für Freiheit’.
