De grootste partij van Thailand heeft de grondwet overtreden door te streven naar een versoepeling van de omstreden majesteitsschenniswet, stelt het Thaise constitutioneel hof. De progressieve partij Move Forward moet onmiddellijk met de campagne stoppen.
De Thaise wetgeving rond majesteitsschennis behoort tot de strengste ter wereld. Voor elke overtreding kan tot vijftien jaar celstraf worden opgelegd. Tegenstanders zeggen dat de wet te breed wordt geïnterpreteerd en wordt gebruikt om critici het zwijgen op te leggen.
Move Forward won in mei vorig jaar de parlementsverkiezingen door onder meer te pleiten voor minder zware straffen voor het beledigen van het koningshuis. De campagne staat volgens het constitutioneel hof gelijk aan een poging “de monarchie omver te werpen”. Het hof oordeelt dat er sprake is van een “intentie om de monarchie van de Thaise natie te scheiden, wat aanzienlijk gevaar oplevert voor de veiligheid van de staat”.
Controversieel
Move Forward ontkent dat het de bedoeling van de partij is om de monarchie omver te werpen. “Het vonnis treft niet alleen Move Forward, maar ook de democratie en de vrijheid van alle Thais”, meent leider Chaithawat Tulathon.
Het controversiële voorstel van Move Forward is bekritiseerd door onder anderen conservatieve parlementariërs. Deze groep weigerde vorig jaar de kandidaat-premier van Move Forward te steunen en de partij werd uitgesloten van deelname aan de nieuwe regering. Voormalig vastgoedmagnaat Srettha Thavisin van Pheu Thai, de tweede partij van Thailand, werd uiteindelijk tot premier verkozen.
Volgens de organisatie Thaise advocaten voor mensenrechten (TLHR) zijn sinds 2020 meer dan 260 mensen veroordeeld voor majesteitsschennis. Eerder deze maand werd een Thai veroordeeld tot vijftig jaar celstraf voor het beledigen van het Thaise koningshuis op sociale media. Dat is volgens TLHR de zwaarste straf voor majesteitsschennis die ooit in het Aziatische land is opgelegd.