Een meerderheid van partijen in de Utrechtse gemeenteraad wil dat er vanaf 1 juni “feitelijke informatie” wordt verstrekt over het verleden van prins Bernhard bij twee straten die naar hem zijn vernoemd in het noordwesten van de stad. Aanleiding voor hun oproep is de bevestiging dat prins Bernhard lid is geweest van de NSDAP, de nazipartij van Adolf Hitler. Dat werd begin oktober bekend.
De oproep aan het college van Utrecht staat in een motie die D66, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en EenUtrecht donderdag hebben ingediend. Die partijen hebben samen 25 van de 45 zetels in de Utrechtse raad.
Een deel van de partijen had de kwestie ook vorige maand al ter sprake gebracht in de gemeenteraad. Toen zei burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht dat ze “reflectietijd” nodig had om te bepalen wat ze met de nieuwe informatie over het verleden van prins Bernhard moest doen. “Natuurlijk kan de kennis van nu aanleiding zijn om anders tegen de vernoeming van een straatnaam aan te kijken”, zei ze. Ze benadrukte ook dat ze benieuwd is hoe andere gemeenten met de kwestie omgaan. “Ik wil daar eerst in alle rust naar kunnen kijken voordat wij als college tot een besluit komen.”
QR-code met Wikipagina
Nadat de motie in de raadsvergadering van donderdag was ingediend, herhaalde Dijksma dat reflectietijd in haar ogen belangrijk is. “Ook omdat de archieven binnenkort verder opengaan, daaruit kan natuurlijk altijd meer context naar voren komen.” Dijksma doelt op het particuliere archief van het Koninklijk Huis, dat vanaf 1 januari is in te zien tot 6 september 1948. Wel heeft de Utrechtse burgemeester nagedacht over hoe eventuele informatiebordjes over het verleden van prins Bernhard er in de praktijk uit zouden kunnen zien. Ze denkt aan “een QR-code met een Wikipagina”.
Overigens was niet de voltallige Utrechtse raad te spreken over de motie van de vijf partijen, die door een CDA-gemeenteraadslid bijvoorbeeld “heel erg smal” werd genoemd. Hij vroeg zich af of D66 “net als het CDA” mensen dan ook wil informeren over het verleden van Che Guevara, in de Utrechtse straat die is vernoemd naar de revolutionair en Cubaanse guerrillaleider. “Volgens mij moeten we inderdaad kijken naar waar dat eventueel nog meer zou kunnen”, luidde het antwoord van D66.