De troonrede was dit jaar nog moeilijker te begrijpen dan in de vier jaren daarvoor. Tot die conclusie komen twee taalwetenschappers van de Universiteit Utrecht, die de hele tekst die koning Willem-Alexander op Prinsjesdag voorlas met een computermodel hebben geanalyseerd. “De tekst bevatte veel ingewikkelde en onbekende woorden, zinnen en constructies”, is de korte samenvatting.
Taalkundigen Leo Lentz en Henk Pander Maat hebben met speciale taalsoftware een score gegeven aan de moeilijkheid van de troonrede. Daar kwam een score van 58 uit. Op deze schaal scoort een simpele tekst, zoals een verhaaltje over Jip en Janneke, rond de 10 punten. Een rechterlijke uitspraak, die vaak vol juridische termen staat en daarmee niet heel toegankelijk te noemen is, scoort gemiddeld 62. Daar kwam de troonrede dus dicht in de buurt. “Er waren meer onbekende en meer abstracte woorden en lastigere zinnen. Dat laatste komt vooral doordat de tekst veel opsommingen en bepalingen bevat”, stellen Lentz en Pander Maat.
Begin deze week brachten de onderzoekers al een herschreven versie van de troonrede van vorig jaar uit. Die was een stuk eenvoudiger dan het origineel. Proefpersonen waren over de herschreven versie positiever. Ze vonden hem beter te begrijpen en minder afstandelijk. Voor de koning zelf zou een makkelijkere troonreden ook fijner zijn, denken de wetenschappers. Al sloeg hij zich volgens hen dit jaar “goed door de moeilijke tekst heen”. Willem-Alexander haperde minder en hij las de meeste zinnen vloeiend voor. Net als veel anderen merken de onderzoekers op dat de koning ditmaal voor het eerst een bril droeg. “Wellicht heeft dit hem geholpen bij de voordracht.”
Controleren op fouten
De koning schrijft niet zelf de troonrede. Elementen van de tekst worden geleverd door verschillende ministers en ambtenaren en tot één geheel verwerkt. “De woorden worden zorgvuldig gewikt en gewogen, omdat alle betrokkenen – zowel de ministeries als de verschillende coalitiepartijen – zich erin moeten kunnen herkennen en zich erin vertegenwoordigd willen zien”, legt genootschap Onze Taal uit. “Ook dat kan ertoe leiden dat sommige passages niet erg concreet geformuleerd zijn.”
Onze Taal is zelf ook betrokken bij de troonrede. Twee medewerkers controleren de tekst enkele dagen van tevoren op fouten en onbedoelde dubbelzinnigheden. “Meer kunnen we ook niet doen in deze allerlaatste fase”, legt het genootschap uit op zijn website.