LONDEN – Buckingham Palace moet hoognodig worden gerestaureerd. Daar is iedereen het in Londen wel over eens. Vraag is alleen hoe de kostbare opknapbeurt moet worden aangepakt. Net als bij de renovatie van Huis ten Bosch in Den Haag is de relatief goedkoopste en meest efficiënte aanpak om alles in één keer te doen.
Dat betekent dan wel dat koningin Elizabeth en prins Philip moeten verkassen naar Windsor Castle, waar ze overigens de helft van de week toch al verblijven. Een besluit daarover is nog niet genomen. Er is een eerste inventarisatie gemaakt van de noodzakelijke werkzaamheden, net zoals dat in Nederland eerder gebeurde voor Huis ten Bosch.
Volgens de eerste berekeningen kost de opknapbeurt van Buckingham Palace zo’n 212 miljoen euro, maar de verwachting is dat die prijs nog zal oplopen, omdat nu pas kamer voor kamer (er zijn er meer dan zevenhonderd) wordt gekeken wat moet gebeuren. Het paleis is daarnaast in overleg met de regering van David Cameron over wie de renovatie gaat betalen. Als de koningin dat zelf moet doen uit haar jaarlijkse toelage, dan zit het koningshuis voor decennia vast aan afbetalingen.
Asbest
Buckingham Palace is eigenlijk voor het laatst opgeknapt toen Elizabeth en Philip er in 1952 kwamen wonen. De prins heeft toen tal van moderniseringen doorgevoerd, maar sindsdien is er weinig in het paleis veranderd. De leidingen en bedradingen zijn verrot, het dak valt naar beneden en lekt, er is overal asbest, en op een aantal plaatsen is het monumentale pand een bouwval. Dat is overigens al jaren bekend, maar steeds was er geen geld voor restauratie.
De snelste oplossing is om het hele gebouw tegelijk aan te pakken en de koninklijke familie en de hofhouding tijdelijk elders onder te brengen. De koningin verblijft grote delen van de week en van het jaar al buiten het paleis: op Windsor Castle, in het Schotse Balmoral en op Sandringham. Ook staatsbezoeken worden met enige regelmaat in Windsor afgewerkt.
