Een groep Molukkers heeft maandag een brief aan koning Willem-Alexander overhandigd waarin gevraagd wordt om “diepgaand onderzoek” naar de dekolonisatie van voormalig Nederlands-Indië, waarbij onder meer aandacht is voor de omgang met de Molukse bevolking. De overhandiging gebeurde bij het voormalige kamp Westerbork. Op dat terrein was vanaf 1951 Kamp Schattenberg gevestigd, een van de grootste Molukse woonoorden in Nederland. Duizenden Molukkers hebben hier tot de sluiting van Schattenberg in 1971 gewoond.
De koning kreeg maandag verschillende scènes te zien waarin het leven van de Molukse gemeenschap in de woonoorden werd uitgebeeld. Tientallen protesterende Molukkers van de RMS-werkgroep uit Assen en Bovensmilde wachtten Willem-Alexander van tevoren op. Al kwamen volgens voorman Otto Tatipikalawan Molukkers uit heel Nederland naar Drenthe om te protesteren. Hij heeft de koning kunnen spreken en de brief overhandigd.
“Wij weten dat u begaan bent met de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden en de onderdelen die hiervan vroeger deel uitmaakten”, schrijft Tatipikalawan daarin. Hij eist een groot onderzoek “naar de periode van de dekolonisatie van voormalig Nederlands-Indië die verder strekt dan 27 december 1949, de datum van de soevereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië”. De Molukkers hopen dat een dergelijk onderzoek ook “inzicht geeft in de wijze hoe Nederland is omgegaan met de aanspraken van de Zuid-Molukkers op hun eigen staat. Maar ook hoe Nederland is omgegaan met de Molukse bevolkingsgroep gedurende de periode van het verblijf die volgde.”
Treinkapingen
Van de Molukkers die na de strijd om de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië naar Nederland kwamen omdat er in de jonge republiek geen goede plaats voor ze was, belandden er circa 3000 in Drenthe. De provincie werd in de jaren zeventig getekend door gewelddadige acties van jonge Molukkers die vonden dat hun volk door de Nederlandse regering in de steek was gelaten en die sombere toekomstverwachtingen hadden.
De situatie leidde tot treinkapingen, waarbij ook enkele doden vielen, en de gijzeling van kinderen op hun schooltje, acties die door vrijwel het hele land met angst en beven en ook met grote verontwaardiging werden gevolgd. Ze waren bedoeld om van de Nederlandse overheid een grotere inzet af te dwingen voor terugkeer naar de Molukken, in een eigen vrije republiek, de Republik Maluku Selatan (RMS).