Constantijn II, de laatste koning van Griekenland, is op 82-jarige leeftijd overleden. Dat is op de Griekse televisie bekendgemaakt. Constantijn was koning van 1964 tot 1973, toen Griekenland veranderde in een republiek. Vanaf 1967 was hij verbannen na een staatsgreep van conservatieve legerofficieren, maar de laatste jaren heeft hij gewoon in Griekenland doorgebracht.
Constantijn werd vorige week in het ziekenhuis opgenomen met ademhalingsproblemen. Volgens de Griekse omroep ERT stierf hij uiteindelijk aan een beroerte. Zijn vrouw en kinderen zouden volgens Griekse media de afgelopen dagen steeds bij hem zijn geweest. Zijn gezondheid was al jaren broos.
Constantijn werd op 2 juni 1940 geboren als tweede kind van koning Paul en koningin Frederika. Omdat Constantijn de enige zoon was, volgde hij zijn vader op toen die in 1964 overleed. Hij trouwde met prinses Anne Marie van Denemarken, de zus van de huidige koningin Margrethe II.
Nog geen drie jaar na zijn troonsbestijging voelde Constantijn de volle verantwoordelijkheid van zijn functie. Kolonel Papadopoulos pleegde in april 1967 een staatsgreep met een aantal ultrarechtse officieren. Constantijn bleef aan en probeerde in december van hetzelfde jaar de macht terug te grijpen, maar de halfslachtige poging slaagde niet.
Constantijn en zijn vrouw vluchtten naar Italië. Papadopoulos benoemde zichzelf tot president en riep in 1973 de republiek uit, waarmee een definitief einde kwam aan de Griekse monarchie. In een referendum sprak 70 procent van de bevolking zich een jaar later na het herstel van de democratie uit tegen herinvoering van de monarchie, omdat velen Constantijn de schuld gaven van de chaos die zijn tegencoup had veroorzaakt.
Het verdreven koningspaar verbleef daarop enige tijd in Denemarken, maar vestigde zich uiteindelijk in de Britse hoofdstad Londen. Daar bouwden ze een nieuw leven op en kregen vijf kinderen. In de loop van de jaren keerde Constantijn nog enkele keren terug naar Griekenland, onder meer voor de Olympische Spelen in 2004.
Constantijn zei toen te overwegen zich weer in Griekenland te vestigen. “Terug zijn in Griekenland, de Griekse geur van de zee, de bergen zien en bij Griekse mensen zijn is het voornaamste”, stelde hij. “Het maakt mij niet uit of ik staatshoofd ben of de koning van het land of alleen een simpele burger. Het samenzijn met Griekse mensen en in mijn eigen land te zijn, betekent het meeste.”
Negen jaar later verhuisde hij daadwerkelijk terug naar zijn geboorteland. Tijdens zijn lange ballingschap in Engeland heeft Constantijn ook een band gekregen met onder meer de Britse en Spaanse koninklijke familie. Hij is bijvoorbeeld een peetoom van de Britse kroonprins William, net als van de Nederlandse prins Constantijn.