Prins Harry en zijn vrouw Meghan hebben een hondje geadopteerd dat in juli werd gered uit een erbarmelijk slechte Amerikaanse hondenfokkerij. Het paar heeft de 7-jarige Beagle Mia persoonlijk opgehaald bij het opvangcentrum, schrijft The Los Angeles Times.
“De hertogin heeft me persoonlijk gebeld over de adoptie”, vertelt dierenrechtenadvocaat Shannon Keith, die het Beagle Freedom Project in Los Angeles runt. Keith zegt dat ze niet gelijk in de gaten had met wie ze aan de telefoon zat. “Ze belde zonder nummerherkenning en zei: Hi Shannon, dit is Meghan. We hebben dertig minuten gepraat en ik dacht: Is dit Megan Fox?”, zegt Keith lachend, die daarna al snel door had welke Meghan ze dan wél aan de lijn had.
Samen met Harry en enkele beveiligers bracht de hertogin deze maand een bezoek aan de opvang, waar zij hun nieuwe huisgenootje kwamen uitzoeken. Het tweetal speelde met de hondjes in de tuin en vertelde bewust op zoek te zijn naar een wat ouder hondje. Dit omdat ze wisten dat puppy’s doorgaans sneller een huis vinden, schrijft de krant.
Beagle Mia was een van de 4000 hondjes die in juli werden gered uit een enorme fokfabriek in Cumberland, Virginia. Het bedrijf, Envico, fokte de hondjes voor medische experimenten, maar verzorgde de dieren slecht, bleek uit undercoveronderzoek van dierenwelzijnsorganisatie PETA. In juli moest de fabriek haar deuren sluiten omdat het stelselmatig de Amerikaanse dierenwelzijnswet overtrad. De hondjes zijn verdeeld over verschillende projecten waar ze verzorgd worden totdat ze een nieuw baasje hebben gevonden.