GALLIPOLI – Het is precies honderd jaar geleden dat tijdens de Eerste Wereldoorlog de Slag om Gallipoli plaatsvond. Op de plek waar 141.000 soldaten om het leven kwamen, gelegen in het huidige Turkije, zijn vrijdag verschillende wereldleiders aanwezig bij een herdenking.
Onder anderen de Britse kroonprins Charles, prins Harry en de leiders van Australië, Nieuw-Zeeland en Turkije herdenken de strijd tussen de Anzac-troepen (Australië en Nieuw Zeeland) en de Ottomanen.
Prins Charles en zijn zoon Harry ontmoetten vrijdag nazaten van militairen die meevochten in een van de bloedigste veldslagen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de ceremonie legde prins Charles een krans met daarop de tekst ‘In blijvende herinnering, Charles’. Ook hield hij een toespraak. “Het is een voorrecht deel te nemen aan deze herdenking voor de dappere mensen die zo moedig een eeuw geleden vochten op dit schiereiland”, sprak de Britse troonopvolger, waarna hij dieper inging op de geschiedenis.
Schaamte
“De soldaten waren afkomstig uit zoveel verschillende landen en volken en hadden totaal verschillende achtergronden. En hoewel hun oorsprong erg divers was, werden ze allemaal naar een totaal andere wereld geduwd.”
De prins memoreerde in zijn toespraak dat vele delen van de wereld sinds de Tweede Wereldoorlog een ongekend lange periode van vrede en stabiliteit hebben genoten. ”Op hetzelfde moment zijn veel regio’s verscheurd door brute conflicten”, constateerde Charles. “Het lijkt mij dat we met schaamte en groot verdriet moeten vaststellen dat intolerantie in combinatie met de bereidheid tot barbaars geweld een voortdurende en overheersende bron van verdeeldheid en conflicten in de huidige wereld blijft. Dit ondanks de offers die velen in de wereldoorlogen hebben gebracht.”
“We hebben allemaal een gedeelde plicht, ieder als individu, maar ook samen als leiders, gemeenschappen en landen, om manieren te vinden om die intolerantie te overwinnen. Om te vechten tegen haat en vooroordelen en om een grote harmonie na te jagen. Dan kunnen we pas echt zeggen dat we de offers nakomen van allen die hier vochten en stierven op de slagvelden, bij Gallipoli en elders.”
