DEN HAAG – Door het hele land hebben 2838 mensen vrijdag een koninklijke onderscheiding gekregen. Dat is minder dan vorig jaar, toen 3155 mensen een lintje kregen. Het Kapittel voor de Civiele Orden, dat over de onderscheidingen gaat, heeft geen verklaring voor de daling.
In totaal waren 3151 mensen voorgedragen voor een onderscheiding. Ook dat waren er minder dan vorig jaar. Een op de tien voordrachten werd afgewezen, vergelijkbaar met eerdere jaren. Iemand kan worden afgewezen bij een strafblad of wanneer hij of zij nog niet lang genoeg actief is.
Noord-Brabant (548), Zuid-Holland (539) en Noord-Holland (378) tellen de meeste gedecoreerden. Op de Antilliaanse eilanden kregen 41 mensen een onderscheiding. Rotterdam (56) en Amsterdam (43) voeren de gemeenten aan, gevolgd door Haarlemmermeer (36) en Tilburg (34). In plaatsen als Winterswijk en Enkhuizen is maar één lintje vergeven.
Oudste
De oudste die een onderscheiding ontvangt is mevrouw Oversteeg-van Wolferen uit het Gelderse Westervoort. Zij is geboren in 1918. De dame helpt sinds 1983 in een centrum waar ouderen samenkomen en is voortaan lid in de Orde van Oranje Nassau. Diezelfde onderscheiding kreeg de jongste gedecoreerde, de 34-jarige Thea de Wolde uit Meppel. Zij helpt verstandelijk en lichamelijk gehandicapte mensen bij het sporten.
Verreweg de meeste ‘decorandi’ zijn als vrijwilliger actief. Iets meer dan duizend vrouwen kregen een lintje, tegen ruim 1800 mannen. Twaalf mensen kregen een lintje in de Orde van de Nederlandse Leeuw, de anderen in de Orde van Oranje-Nassau.
Wie vindt dat iemand een lintje verdient, moet daarvoor een aanvraag indienen bij de burgemeester. Die stuurt de aanvraag door naar de commissaris van de Koning, die naar het Kapittel voor de Civiele Orden gaat. Dat legt de aanvraag voor bij de betrokken minister, die uiteindelijk de goedkeuring verleent. Het staatshoofd ondertekent elke toekenning bij Koninklijk Besluit.
