Prins Harry heeft op de 40e Wereld Aids Dag vooraanstaande gezondheidsexperts uit naam van zijn moeder Diana bedankt voor hun bijdrage in de strijd tegen de ziekte. In een openbaar gemaakte brief schrijft de jongste zoon van Charles en Diana dat zijn moeder enorm dankbaar zou zijn voor wat de medische wetenschap allemaal al heeft bereikt.
“Op deze Wereld Aids Dag denken we aan hoe de afgelopen 40 jaar het leven van velen heeft gevormd”, begint de hertog van Sussex zijn brief. “We eren degenen van wie het leven is afgebroken en bevestigen opnieuw onze toewijding aan de wetenschap die onvermoeibaar tegen deze ziekte strijdt. Mijn moeder zou enorm dankbaar zijn voor alles waar de wetenschap nu voor staat en wat die heeft bereikt. Die dankbaarheid delen we allemaal. dus bedankt”
Harry richt zijn schrijven aan de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, Tedros Adhanom Ghebreyesus en aan de uitvoerend directeur van UNAIDS, Winnie Byanyima. In zijn brief vraagt de prins het publiek en wereldleiders ook om er samen met hem voor te zorgen dat de kennis over zowel hiv als Covid-19 mensen bereikt in landen die het het meest nodig hebben. Ook prees hij de wetenschappers in Zuid-Afrika voor het opsporen van de nieuwe Omikron-variant van het coronavirus.
Harry’s moeder, de in 1997 overleden prinses Diana, zette zich in de jaren 80 al in voor de acceptatie van mensen met hiv of aids. In die tijd zaaide de wereldwijde uitbraak van deze nieuwe ziekte veel angst. Mensen waren bijvoorbeeld bang dat een aanraking van een patiënt hen kon besmetten. Diana verzette zich actief tegen dat beeld en liet zich vaak fotograferen terwijl ze handen schudde en knuffelde met hiv- of aids-patiënten. Ook opende ze in 1987 in Londen de eerste hiv-aids-afdeling in een ziekenhuis.
