Prinses Cecilia van Bourbon-Parma is woensdagmiddag op 86-jarige leeftijd in Parijs overleden. Dat heeft haar in Nederland wonende neef prins Carlos, hoofd van het vorstenhuis Bourbon-Parma, bekendgemaakt.
‘’Mijn dierbare tante’’ was volgens Carlos “een onvermoeibare strijder, die altijd klaarstond om anderen te helpen met een glimlach.” Vanwege haar strijd voor democratie en een ander bewind in Spanje werd ze door de toenmalige dictator Francisco Franco verschillende keren over de grens gezet.
Cecilia, die in Nederland bekend werd rond de verloving van haar broer Carlos Hugo met prinses Irene, zette zich met diezelfde Irene in voor de hulpverlening in Biafra. Dat was een deelstaat van Nigeria die zich eind jaren zestig zich probeerde af te scheiden, met veel bloedvergieten tot gevolg. “Bij het uitbreken van de Biafra-oorlog meldde ze zich aan als vrijwilliger in de Orde van Malta en voerde ze ononderbroken humanitaire hulpvluchten uit, aangezien ze ook piloot was”, aldus Carlos over zijn tante.
Plechtigheid
Prinses Cecilia was peettante van zijn in 2013 geboren tweede dochter prinses Cecilia en was in 2016 met haar zussen Maria Teresa en Maria de las Nieves in de kathedraal van Parma bij de doop van Carlos’ zoontje prins Carlos Enrique. Bij die plechtigheid was ook koning Willem-Alexander met zijn gezin aanwezig.
In de laatste jaren van haar leven wijdde prinses Cecilia, die op 12 april 1935 in Parijs was geboren, zich in Parijs aan de Vereniging voor Palliatieve Zorg om zieken te begeleiden.
De prinses woonde samen met haar zussen Maria Teresa en Maria de las Nieves. Maria Teresa overleed vorig jaar maart aan corona. De Bourbon-Parma-familie, behalve Cecilia, verzamelde zich afgelopen vrijdag nog in Parma voor de bijzetting van de urn met de as van Maria Teresa in de crypte van de Steccata-basiliek.