Koning Willem-Alexander spreekt de Troonrede op Prinsjesdag voor de tweede keer op rij niet in de Ridderzaal uit, maar in de Grote Kerk in Den Haag. Dat hebben de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer besloten met het oog op de onzekerheid rond het coronavirus.
De parlementariërs zijn maandag op de hoogte gesteld van het besluit. “Een veilige Prinsjesdag voor alle Kamerleden, medewerkers en eventuele gasten staat voor de beide Voorzitters voorop”, laten de voorzitters in een verklaring weten.
Voorzitters Vera Bergkamp van de Tweede Kamer en Jan Anthonie Bruijn van de Eerste Kamer houden nog wel een slag om de arm. Als de coronasituatie verder verbetert en “geldende coronamaatregelen het overduidelijk toelaten, dan kunnen de Staten-Generaal toch nog overwegen Prinsjesdag aan het Binnenhof te laten plaatsvinden”.
Vorig jaar sprak de koning de Troonrede ook uit in de Grote Kerk in verband met het coronavirus. Daar is voldoende ruimte om alle Kamerleden en bewindslieden op 1,5 meter afstand te laten zitten. Er is geen ruimte voor gasten. Of er dit jaar wel meer genodigden aanwezig mogen zijn, is nog niet bekend.