Prins Harry gebruikte alcohol en drugs om om te gaan met zijn mentale gezondheidsproblemen. Dat zegt hij in de eerste aflevering van de documentaireserie The Me You Can’t See, waarvoor hij samenwerkte met Oprah Winfrey.
“Ik was bereid om te drinken, ik was bereid om drugs te gebruiken, ik was bereid om dingen te doen waardoor minder zou voelen”, vertelt Harry. “Ik dronk waarschijnlijk de hoeveelheid voor een week op een vrijdag- of zaterdagavond. Ik dronk niet omdat ik ervan genoot, maar omdat ik iets probeerde te maskeren.”
Harry zei verder dat zijn mentale problemen gevolgen hadden voor het uitvoeren van zijn koninklijke taken. “Zelfs voor ik het huis uit ging baadde ik al in het zweet en ging mijn hart tekeer. Ik ging in een vecht-of-vluchtmodus.” De prins kampte daarnaast met angst en paniekaanvallen en beschreef de tijd van zijn 28e tot zijn 32e als ‘een nachtmerrie’.
In de documentaireserie benadrukt Harry ook het belang van therapie. Hij ging zelf vier jaar geleden in therapie op aandringen van zijn vrouw Meghan. In de serie is te zien hoe Harry een EMDR-behandeling ondergaat.