De Italiaanse troonpretendent prins Emanuele Filiberto heeft opzien gebaard door in een brief aan de Joodse gemeenschap afstand te nemen van de rassenwetten die in 1938 door zijn overgrootvader koning Vittorio Emanuele III zijn ondertekend. Hij bood daarvoor namens het koningshuis verontschuldigingen aan en vroeg vergiffenis.
Volgens Emanuele Filiberto (48) draagt het Huis Savoye, dat sinds 1946 niet meer regeert, nog dagelijks de last van die beslissing met zich mee. “Ik verklaar plechtig dat we onszelf niet herkennen in wat Vittorio Emanuele III deed: een pijnlijke handtekening, waarvan we ons distantiëren. Het was een onaanvaardbaar document, een onuitwisbare schaduw voor mijn familie, een wond die nog open is voor heel Italië.”
De rassenwetten werden eind 1938 afgekondigd door het fascistische bewind van Benito Mussolini, een bondgenoot van nazi-Duitsland. De wetten waren ook door de Duitsers geïnspireerd en in eerste instantie gericht tegen de joodse bevolking. Hun burgerrechten werden beperkt en Joden werden uitgesloten van openbare ambten en hoger onderwijs. Latere wetten zorgden onder meer ook dat bezittingen werden afgenomen.
Prins Emanuele Filiberto plaatste de brief op sociale media in de aanloop naar de herdenking van de Holocaust komende week. In een televisieprogramma gaf hij een toelichting. Italiaanse media pakten zaterdag fiks uit met zijn verklaring, waarop van veel kanten ook kritiek kwam. “Hij doet dit alleen voor zichzelf en omdat hij aandacht wil”, schamperde Holocaust-wetenschapper Marcello Pezzetti. Die had ook kritiek op de vraag om vergeving. “Dat is zo’n typisch christelijk begrip. Een Jood kan een fout die hij niet persoonlijk heeft geleden, niet vergeven.”
