De koning van Maleisië, sultan Abdullah, heeft dinsdag de noodtoestand uitgeroepen. Hij deed dit op verzoek van premier Muhyiddin Yassin. Die wilde extra macht om de coronacrisis het hoofd te kunnen bieden. De uitzonderingstoestand geldt tot 1 augustus, al is het mogelijk er eerder een einde aan te maken wanneer de pandemie kan worden beheerst.
Sultan Abdullah had vorig jaar oktober een soortgelijk verzoek van de premier nog afgewezen na spoedberaad met de raad van vorsten, de overige koninklijke heersers in Maleisië. Dit keer gaf de koning wel toe. Onder de noodtoestand, die voor het laatst in 1969 werd uitgeroepen, kan de regering bij decreet regeren en is het parlement buiten werking gesteld.
De regering krijgt vergaande bevoegdheden maar premier Muyiddin Yassin verzekerde dat hij die alleen zal gebruiken om de gezondheidscrisis te lijf te gaan. Zo kan hij privéziekenhuizen overnemen en een vergaand beroep doen op leger en politie om te helpen. De regering heeft behalve met een stijgend aantal coronabesmettingen ook te maken met overstromingen en veel schade in de oostelijke deelstaten.
Tegenstanders van de premier hadden dinsdag ook kritiek op het uitroepen van de noodtoestand. Yassin heeft een wankele of helemaal geen meerderheid in het parlement en de afgelopen maanden is vaak geroepen om vervroegde verkiezingen of een vertrouwensstemming. Nu het parlement is geschorst, hoeft de premier daarvoor niet te vrezen.