Het Belgische hof – in dit geval koning Filip zelf – reageert niet op de uitspraak van het Brusselse Hof van Beroep over Delphine Boël. Dat meldt Het Nieuwsblad zaterdag.
De rechtbank erkende haar donderdag na een jarenlange juridische strijd als de wettige dochter van koning Albert en verleende haar diens achternaam en de bijbehorende titel ‘prinses van België’. Maar ze krijgt geen vermelding op de website van het koninklijk huis en wordt ook niet verwacht bij officiële plechtigheden of op de eretribune op de nationale feestdag.
Volgens Het Nieuwsblad vindt koning Filip dat zijn acht jaar jongere halfzus wel bij de andere prinsen en prinsessen van België hoort, maar daarmee is ze nog niet toegetreden tot de ‘actieve’ kern waartoe bijvoorbeeld wel zijn zus prinses Astrid en broer prins Laurent behoren. Die twee krijgen bovendien ook een uitkering van de staat.
Symbolische titel
De koning is ook niet verplicht prinses Delphine uit te nodigen. “Die titel is eerder symbolisch. Er zijn geen rechten en plichten aan verbonden”, aldus grondwetspecialist Christian Behrendt van de KU Leuven. “Omdat Delphine niet in de lijn van troonopvolging staat, heeft ze ook een andere status dan Astrid en Laurent. Hen verwacht je bij koninklijke plechtigheden.”
De positie van Delphine (52), die ook nooit ambities heeft getoond richting een koninklijke rol, is te vergelijken met die van koning Filips tante prinses Esmeralda, een halfzus van koning Albert. Zij voert een eigen leven buiten het koningshuis en is eigenlijk alleen in beeld wanneer haar gestorven vader koning Leopold III wordt geëerd.
