Tsjechië beschouwt vorst van Liechtenstein als Duitser

Vorsten

19/08/2020 5:01 pm

Vorst Franz Josef II van Liechtenstein wordt door Tsjechië ten onrechte beschouwd als een Duitser. Omdat Tsjechische rechtbanken tot aan het Constitutionele Hof aan toe die fictie in stand houden, heeft Liechtenstein besloten een zaak aan te spannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. Dit om de soevereiniteit van het vorstendom te waarborgen, zo maakte de regering van Liechtenstein woensdag bekend.

Aan het geschil tussen Liechtenstein en Tsjechië ligt een presidentieel decreet uit 1945 ten grondslag. Daarin werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog al het Duitse bezit op het grondgebied van het toenmalige Tsjecho-Slowakije onteigend. Iedereen met de Duitse of Oostenrijkse nationaliteit werd tegelijkertijd over de grens gedreven. Voor het gemak werd Liechtenstein onder Duitsland gekwalificeerd, met als gevolg dat onder meer de vorstelijke familie van de ministaat aanzienlijke bezittingen verloor.

De familie ‘Von und zu Liechtenstein’ speelde vanouds een belangrijke rol aan het Habsburgse hof in Wenen. Het vorstendom diende aanvankelijk alleen om de familie aan de prinsentitel te helpen. De belangen en interesses lagen elders, inclusief in het bij de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie behorende Bohemen en Moravië, dat in 1918 zelfstandig werd als Tsjecho-Slowakije. In 1939 verhuisde de toenmalige vorst van Liechtenstein, Franz Josef II (1906-1989) van Wenen naar Vaduz, waar de vorstelijke familie sindsdien is blijven wonen. Zijn zoon Hans Adam II is sinds 1989 de vorst van Liechtenstein.

Schadevergoeding

Tegen de onteigening en inbeslagname van de bezittingen konden tot de val van het communisme in Oost-Europa geen stappen worden ondernomen, maar begin jaren negentig liet de ‘Fürst von Liechtenstein Stiftung’ van zich horen en vroeg namens het vorstenhuis om teruggave en schadevergoeding. Het land Liechtenstein dreigde ook toelating van Tsjechië bij Europese instellingen te frustreren zolang de zaken niet waren geregeld. Tsjechische rechtbanken wezen de meeste eisen echter af omdat Liechtenstein onder Duitsland werd en wordt geclassificeerd.

Dit voorjaar kwam het Tsjechische Constitutionele Hof andermaal tot de bewering dat Liechtensteiners eigenlijk Duitsers zijn en daarom geen aanspraak maken op teruggave van hun vroegere bezittingen. “Vanwege mogelijke precedenteffecten kan de Liechtensteinse regering niet aanvaarden dat de Tsjechische autoriteiten en rechtbanken systematisch Liechtensteinse burgers blijven classificeren als Duitsers, in tegenstelling tot duidelijke feiten. Liechtenstein is sinds 1806 een soevereine staat”, aldus de regering in Vaduz.