De Duitse spoorwegen gaan kijken of het iconische ruiterstandbeeld van koning Ernst August I van Hannover na de herinrichting van het naar de koning vernoemde stationsplein in Hannover daar nog wel een plaatsje moet krijgen. De Deutsche Bahn vertelde dat aan Bild in het kader van een eerder deze week door een oud-minister van de Groenen aangezwengelde discussie over het standbeeld.
“Waarom staat in een democratie op een centrale plek een gedenkteken voor een twijfelachtige monarch”, vroeg Stefan Wenzel zich af. Hij vindt dat het beeld thuishoort in een museum, of althans het bovengedeelte. Op Twitter plaatste Wenzel, vroeger minister van milieu van de deelstaat Nedersaksen, een fotomontage waarbij het paard op zijn sokkel was blijven staan. Dat was een knipoog naar de plek waar mensen in Hannover traditioneel met elkaar afspreken: ‘onder de staart’ – ‘unterm Schwanz’ zoals het heet.
Ernst August (1771-1851) schrapte bij zijn aantreden in 1837 onder meer de grondwet die het parlement meer inspraak gaf in staatszaken. Wetenschappers die daartegen protesteerden werden in ballingschap geplaatst. Het enorme ruiterstandbeeld staat sinds 1861 voor het station van Hannover en is behalve geliefd trefpunt ook een symbool van de stad. Het voorstel van Wenzel kreeg dan ook gemengde reacties. Het gemeentebestuur liet echter weten open te staan voor discussie. Dat de Deutsche Bahn hierin zeggenschap heeft, komt omdat de spoorwegen eigenaar zijn van het beeld.
Een verre nazaat van de koning, eveneens Ernst August geheten en het huidige hoofd van het voormalige koningshuis, deed deze week van zich spreken in Oostenrijk. Daar vond een schermutseling plaats met de politie, die samen met een ambulance was afgekomen op een noodoproep van prins Ernst August (66). Die viel daarop de agenten aan, en werd daarna geboeid afgevoerd en afgezet bij een psychiatrische kliniek. Van de kant van de politie ligt er een aanklacht tegen Ernst August, terwijl hij schermt met een rechtszaak tegen de agenten.
