Kroonprins Leka (II) van Albanië herdenkt zondag dat het precies achttien jaar geleden is dat zijn familie na een ballingschap van 63 jaar weer welkom was in Albanië. “Het was een dag vol emoties. We waren eindelijk thuis!”, aldus Leka in berichten op sociale media.
Zijn grootvader koning Zog – de eerste en tevens laatste koning van Albanië – moest op 7 april 1939 vluchten voor de Italiaanse troepen die de Balkan-staat bezetten. Zog en zijn echtgenote Geraldine namen hun twee dagen eerder geboren zoontje kroonprins Leka (I) mee. Na de Tweede Wereldoorlog werd Albanië een communistische heilstaat. Koning Zog stierf in 1961 in Frankrijk.
Na de val van het communisme, keerde kroonprins Leka (I) in 1993 kortstondig terug in zijn geboorteland. Hij werd aan de grens tegengehouden, mede omdat de verbanning nog steeds van kracht was. Dat gold ook voor zijn bezoek in 1997. Dat jaar werd een referendum gehouden over herstel van de monarchie, maar vriend en vijand zijn het er inmiddels over eens dat dit niet eerlijk verliep. Desondanks stemde nog 36 procent voor.
Uitnodiging
Pas in 2002 mocht de koninklijke familie officieel terugkeren. Een meerderheid van het parlement stuurde daartoe een uitnodiging. “We begroeten de thuiskomst van de Albanese koninklijke familie en beschouwen het als het einde van een onrecht veroorzaakt door de fascistische en communistische dictaturen”, aldus een verklaring van de parlementsleden.
Voor de huidige kroonprins Leka (II), de in 1982 in Zuid-Afrika geboren zoon van Leka (I), was het de eerste keer dat hij in Albanië kwam. De uitnodiging kwam voor zijn grootmoeder koningin Geraldine nog net op tijd. Ze overleed vier maanden later op 87-jarige leeftijd in Tirana.