De officiële verjaardag van groothertog Henri van Luxemburg wordt dinsdag maar beperkt gevierd. De uitgebreide festiviteiten zijn vanwege de coronacrisis afgelast. Dat betekent dat er maandagavond, aan de vooravond van de nationale feestdag, geen fakkeloptocht en geen vuurwerk zijn en dinsdag gaan ook de samenkomst in de Philharmonie, de militaire parade en het Te Deum in de kathedraal niet door.
Het enige dat is overgebleven zijn de 21 saluutschoten die ter ere van Henri worden afgevuurd vanaf Fetschenhaff, en de ceremonie bij het nationaal monument op de Kanounenhiwwel in Luxemburg-stad. Daar worden bij het graf van de onbekende soldaat kransen gelegd en houden achtereenvolgens groothertog Henri, parlementsvoorzitter Fernand Etgen en premier Xavier Bettel een korte toespraak.
Onder de genodigden bevinden zich leden van de regering en de volksvertegenwoordiging, van het gemeentebestuur van Luxemburg, de Raad van State en de hoge rechtscolleges alsmede de deken van het diplomatiek corps en vertegenwoordigers van politie en strijdkrachten. Op andere plaatsen in het groothertogdom worden op bescheiden schaal ook plechtigheden gehouden, terwijl de bevolking – net zoals in Nederland het geval was op Koningsdag – is aangeraden de feestdag in eigen kring te vieren.
De viering van de verjaardag van het staatshoofd is onder Henri’s grootmoeder groothertogin Charlotte vastgesteld op 23 juni omdat dan de kansen op goed weer wat groter waren dan op 23 januari, haar eigenlijke verjaardag. De datum van de nationale feestdag is daarna niet meer veranderd, mede omdat haar zoon en opvolger groothertog Jean op 5 januari jarig was. Henri is op 16 april 65 jaar geworden.