Prinses Maria Teresa van Bourbon-Parma, die donderdag overleed aan het coronavirus, is tot op hoge leeftijd strijdbaar en actief gebleven. “Ze vliegt de hele wereld rond”, merkte haar Nederlandse aangetrouwde nichtje prinses Annemarie eens op toen er opeens foto’s opdoken van een bijeenkomst met tal van koninklijke gasten in Dubai. “We houden het niet bij”, aldus de echtgenote van familiehoofd prins Carlos. Maria Teresa was peettante van hun oudste dochter Luisa Irene.
De prinses (86), die acht boeken op haar naam had, bleef ook interviews geven en werd enkele jaren geleden nog uitgebreid geportretteerd in de vooraanstaande Franse kwaliteitskrant Libération. Die vond het in feite onmogelijk om de zogenoemde ‘rode prinses’ – een etiket dat ze kreeg voor haar enorme sociale engagement en strijd voor rechten voor minderbedeelden – onder één noemer te vangen.
De krant vond het ook moeilijk te vatten dat Maria Teresa de tachtig al was gepasseerd. “Skiën en zwemmen”, gaf ze als redenen voor haar opvallende fitheid, dat haar een streepje voor gaf op haar iets jongere medestrijders in de wijd vertakte familie Bourbon-Parma, haar zussen Cecilia (nu 84) en Maria de las Nieves (82). Die waren eigenlijk al min of meer uit de openbaarheid verdwenen.
Gepassioneerd en bevlogen
Maria Teresa was gepassioneerd en bevlogen, maar kende ook de innerlijke beschaving die doorgaans wordt geassocieerd met leden van eeuwenoude vorstenhuizen. Veel koninklijker dan de Bourbons bestaat eigenlijk niet en de prinses wist overal wel (verre) familieleden op de troon, of in elk geval in een nabij verleden: van haar tante én peettante keizerin Zita van Oostenrijk, tot haar tante groothertogin Charlotte van Luxemburg, de verwante koningin Ana van Roemenië, de Belgische koningin Elisabeth en haar Nederlandse (ex) schoonzus prinses Irene.
Ze liet zich er niet op voorstaan. “Mijn titel is een geschenk. Het is kostbaar op voorwaarde dat je er iets meedoet”, zei de prinses. Haar inzet voor sociale rechtvaardigheid en gerechtsvaardigheid – zelfregelend socialisme werd het wel genoemd – vond ze niet in strijd met haar koninklijke achtergrond en de inzet voor haar vader en later haar broer Carlos Hugo om de Spaanse troon te bezetten. “Ik ben vooral een linkse democraat, maar een monarchie lijkt mij nuttig te kunnen zijn door de samenleving een constant referentiepunt te geven.”
Carlisme
Maria Teresa was aanvankelijk een militant in het carlisme, dat door haar broer prins Carlos Hugo in links-geëngageerde richting werd gestuurd, weg van de oerconservatieve wortels en tegen de zin van een deel van de Spaanse carlisten. Haar jongste broer Sixto wierp zich op als hun verdediger en brak met zijn broer en drie van zijn vier zussen.
Na de vreedzame democratische omwenteling in Spanje, die met koning Juan Carlos een andere tak van de Bourbons op de troon bracht, wijdde de prinses zich aan studie en onderricht en het uitleggen van de geschiedenis van de beweging. Ze ging geen interessante ontmoeting uit de weg. Een onderhoud met de Palestijnse leider Yasser Arafat hoorde daar ook bij.