Koningin Máxima heeft maandagavond haar aanwezigheid in Jakarta voor het staatsbezoek aan Indonesië aangegrepen om ook werk te doen voor de Verenigde Naties. Dat kon omdat het koningspaar ’s middags al in Jakarta arriveerde, terwijl het staatsbezoek pas dinsdag begint. De koningin had dus een avondje ‘vrij’.
Máxima is de afgelopen jaren al enkele keren in Indonesië geweest om het Zuid-Oost Aziatische land te helpen de hele bevolking toegang te geven tot financiële diensten. Het laatste bezoek was in 2018 en tussendoor heeft de koningin de vinger aan de pols gehouden. “Er is een grote groei geweest, maar er is nog veel te doen. Met name bij het gebruik van diensten”, zei de koningin ter inleiding van een ronde gesprekken.
De koningin hield zich aan de oekaze om vanwege het coronavirus geen handen te schudden en begroette iedereen met gevouwen handen. Ze trapte af met een bijeenkomst met vertegenwoordigers van onder meer Unilever, Mastercard en regionale bedrijven die financiële diensten voor hun klanten beter toegankelijk willen maken.
Máxima had aansluitend in haar hotel ook een gesprek met minister Airlangga Hartarto van Economische Zaken, de voorzitter van Indonesische AFM en een vertegenwoordiger van de Centrale Bank.
Meer staatsbezoek