Koning Albert is maandag voor het eerst sinds hij vorige maand erkende dat hij de biologische vader is van Delphine Boël, weer in het openbaar getreden. Dat deed hij met zijn vrouw koningin Paola door samen te verschijnen bij de traditionele herdenkingsmis voor de overleden familieleden van de Belgische koninklijke familie.
De gepensioneerde koning stapte met wandelstok uit de auto en werd op de trappen voor de ingang van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken ondersteund door Paola. In de kerk nam hij vervolgens plaats op de eerste rij naast zijn zoon koning Filip en diens vrouw koningin Mathilde.
De inmiddels 85-jarige Albert ontkende jarenlang dat Delphine Boël zijn buitenechtelijke dochter was maar erkende eind januari dan toch dat hij haar biologische vader is. Hij gaf toe nadat hij de resultaten van DNA-onderzoek waaraan hij mee moest werken onder ogen had gekregen.
Graftombes
De overleden leden van de Belgische koninklijke familie worden jaarlijks tijdens een mis herdacht in de Onze Lieve Vrouwe-kerk van Laken. Dat is ook de kerk waaronder zich de graftombes bevinden van de belangrijkste ‘afgestorven’ leden van het Belgische koningshuis.
Naast de koningen waren ook Filips tantes, de prinsessen Maria Esmeralda en Léa, aanwezig. Zijn broer prins Laurent zegde om onbekende reden af.
