Duitsland is niet rijp voor herstel van de monarchie. Dat blijkt althans uit een opiniepeiling die is uitgevoerd in opdracht van Die Welt. Op de vraag of Duitsland in navolging van bijvoorbeeld Groot-Brittannië en Zweden wel of niet een keizer of koning als staatshoofd zou moeten hebben, antwoordde maar liefst 85 procent dat ‘geen goed idee te vinden.’ Slechts 10 procent voelt er wel wat voor.
Opvallend volgens Die Welt is het verschil van mening tussen jong en oud. In de leeftijdsgroep van achttien tot 34 jaar vindt 17 procent het wel een ‘goed idee’, maar bij de 65-plussers is dat slechts 4 procent. Daar vindt maar liefst 94 procent het voorstel onzinnig.
De peiling richtte zich ook op de aanspraken van het voormalige keizer- en koningshuis Hohenzollern op na de Tweede Wereldoorlog onteigende bezittingen. Georg Friedrich Prinz von Preußen (43), de achterachterkleinzoon van de laatste keizer Wilhelm II, heeft een fors eisenpakket ingediend, met kunstwerken, paleizen en ander onroerend goed. Hij meent in zijn recht te staan, maar het Duitse publiek is hem niet gunstig gezind.
Op de vraag of de staat en de deelstaten al of niet moeten ingaan op de aanspraken van het Huis Hohenzollern, antwoordde 53 procent dat elke eis moet worden afgewezen. Van de duizend ondervraagden vond 33 procent dat een deel moest worden aanvaard, terwijl 6 procent voor teruggave van alle voormalige bezittingen was. Ook hier was opmerkelijk dat de jongeren daar meer voor voelden (44 procent voor volledige of gedeeltelijke teruggave), terwijl de oudere generaties daar veel minder voor voelden.