EDE – Nederland kan trots zijn op het Akoesticum. Dat zei koning Willem-Alexander vrijdagmiddag bij de officiële opening van het nieuwe nationale trainingscentrum voor muziek, dans en theater in de voormalige Johan Willem Frisokazerne in Ede.
Zoals de sport zijn topsportcentrum heeft in Papendal, zo hebben de kunsten nu het Akoesticum. “Het Papendal voor de podiumkunsten”, aldus de koning. Hij overhandigde aan artistiek directeur Harold Lenselink de sleutel tot het complex, die de koning zelf had gekregen van de laatste commandant van de kazerne, Rob Vollaard.
De koning kreeg daarvoor een filmpje te zien over het verleden van het Akoesticum, dat in mei 1906 zijn leven begon als kazerne. Burgemeester Cees van der Knaap verhaalde van zijn bijzondere betrokkenheid. Zijn vader had er gediend, hijzelf was er gelegerd geweest en als staatssecretaris van Defensie had hij het besluit genomen de kazerne te sluiten, om vervolgens als burgemeester het contract voor de herbestemming te tekenen.
Willem-Alexander werd voorafgaand aan de opening rondgeleid door het gebouw. Hij woonde onder meer een koorrepetitie bij, waar hij aandachtig de aanwijzingen van de dirigent volgde, maar zijn deelname beperkte tot klappen en handen wrijven.