DEN HAAG – De koninklijke agenda voor het komende jaar ziet er aan de buitenkant nog vrijwel leeg uit. Achter de schermen in Paleis Noordeinde zijn echter, al of niet met potlood, reeds veel data ingevuld. Er wordt meestal drie maanden vooruitgekeken en gepland, met de mogelijkheid en soms de noodzaak op het laatste moment wijzigingen door te voeren. Vandaar het potlood en het niet al te ver vooruit bekendmaken van openbare optredens. Dan ontstaat er ook geen commotie als iets wordt veranderd of verschoven.
De koning heeft al bekendgemaakt dat hij in maart op staatsbezoek gaat bij zijn peettante koningin Margrethe van Denemarken. Aansluitend gaat hij op werkbezoek naar Sleeswijk-Holstein en Hamburg. Daarmee zet hij een in 2013 begonnen reeks van bezoeken aan Duitse deelstaten voort.
In de wandelgangen wordt gezegd dat er later in het jaar ook een staatsbezoek aan Canada staat gepland, precies zeventig jaar na de Nederlandse bevrijding. Mogelijk dat dit wordt gecombineerd met een visite aan de Verenigde Staten. Over inkomende bezoeken – meestal ook twee per jaar – is nog niets uitgelekt.
Evenementen
De herdenking van de bevrijding werd door de koning al genoemd in zijn kersttoespraak. In 2015 wordt ook de viering van tweehonderd jaar koninkrijk afgerond, met evenementen in Zwolle en Amsterdam waarbij het koningspaar wordt verwacht. Op 27 april is er ook de eerste Koningsdag nieuwe stijl, waarvoor Dordrecht is uitgekozen en waarbij nog wel verrassingen zijn te verwachten. Vraag is bijvoorbeeld hoeveel leden van de koninklijke familie acte de présence zullen geven die dag.
Vaste ankerpunten in de koninklijke agenda zijn er ook: de nieuwjaarsbijeenkomsten in de tweede week van januari, een reeks prijsuitreikingen zoals de Appeltjes, de Zilveren Anjers, de Schilderprijs, de Erasmus Prijs en de Prins Claus Prijs, het in ontvangst nemen van geloofsbrieven en uiteraard Prinsjesdag en streekbezoeken, waarbij het koningspaar in steeds wisselende provincies poolshoogte neemt van de regionale en plaatselijke ontwikkelingen.
