Het ‘Nederlands paleis’ dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima donderdagmiddag in de Zuid-Indiase stad Kochi bezochten, is eigenlijk meer Portugees dan Nederlands. De Portugezen bouwden het in 1557, maar zij werden door de Nederlanders verdreven. Omdat de VOC het gebouw vervolgens aan de lokale Radja (koning) schonk, staat het bekend als ‘Dutch Palace’.
Een passender startpunt van het koninklijk verblijf in de deelstaat Kerala was voor het koningspaar dan ook niet te bedenken dan een uitstapje naar het tegenwoordig als museum en nationaal monument dienst doende ‘Mattancherry Palace’, de huidige benaming. Geïnteresseerd bekeken Willem-Alexander en Máxima voorwerpen die in vroeger tijden werden gebruikt door de plaatselijke koninklijke familie.
De rondgang door het bescheiden maar fraai ingerichte museum voerde uiteindelijk naar een kleine expositie in de zogenoemde ‘Dutch Gallery’ met een aantal kaarten die het verhaal van de Nederlandse bemoeienis met Kochi en de Indiase zuidoostkust in beeld brengen.
Samenwerkingsovereenkomsten
Op die inspirerende plek werden ook twee samenwerkingsovereenkomsten getekend, met aan Nederlandse kant het Nationaal Archief en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om het gezamenlijk verleden beter te kunnen onderzoeken en bewaren. “Nu begint het echte werk pas”, stelde de koning dan ook na de ondertekening. Bij het vertrek bedankte hij de Indiërs ook nadrukkelijk voor het in stand houden van het Nederlands erfgoed in dit deel van de wereld.
Bij de rondleiding in het Dutch Palace kreeg het koningspaar door de openstaande ramen en deuren tevens een indruk van het broeierige en hete klimaat, maar de auto zorgde voor een koud contrast zo gebaarde Willem-Alexander bij het wegrijden naar de volgende afspraak, Nedspice.